Onweersbuien, ook wel elektrische stormen of onweersbuien genoemd, zijn stormen die worden gekenmerkt door de aanwezigheid van bliksem en het akoestische effect ervan op de atmosfeer van de aarde, ook wel bliksem genoemd. Relatief zwakke onweersbuien worden ook wel onweersbuien genoemd. Onweersbuien komen voor in de vorm van wolken die bekend staan als cumuluswolken, meestal vergezeld van sterke wind en vaak zware regen en soms sneeuw, natte sneeuw of hagel veroorzaken, maar sommige onweersbuien produceren weinig of geen regen. Onweersbuien kunnen in de rij staan of het in regen veranderen, ook wel een storm genoemd. Sterke of sterke onweersbuien omvatten enkele van de gevaarlijkste weersverschijnselen, waaronder hagel, harde wind en tornado's. Enkele van de meest hardnekkige onweersbuien, bekend als supercellen, circuleren als tornado's. Terwijl de meeste onweersbuien met een gemiddelde windstroom door de troposfeer bewegen die ze innemen, zorgt verticale windschering er soms voor dat hun pad loodrecht op de richting van de windschering afwijkt.
Onweersbuien worden veroorzaakt door een snelle opwaartse beweging van warme, vochtige lucht, soms langs het front. Er is echter een soort wolkeneffect nodig, of het nu een dal voorwaarts of een korte golf is, of een ander systeem om de lucht snel naar boven te laten versnellen. Terwijl warme, vochtige lucht naar boven beweegt, koelt het af, condenseert het en vormt een cumulatieve wolk die een hoogte van meer dan 20 kilometer (12 mijl) kan bereiken. Wanneer de opstijgende lucht de dauwpunttemperatuur bereikt, condenseert de waterdamp tot water- of ijsdruppels, waardoor de druk plaatselijk in de onweerscel afneemt. Alle neerslag valt op grote afstand door de wolken naar het aardoppervlak. Als de druppels vallen, botsen ze met andere druppels en worden groter. De vallende druppels zorgen voor een afdaling die koude lucht meesleurt, en deze koude lucht verspreidt zich over het aardoppervlak en veroorzaakt soms harde wind die meestal gepaard gaat met onweer.